Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [54]Wat u aangaat, o koning! de allerhoogste God heeft [55]uw vader Nebukadnezar het koninkrijk, en [56]grootheid, en [57]eer, en heerlijkheid gegeven; 54. Eer Daniel het schrift leest en uitlegt, zo geeft hij den koning te kennen waarom God hem dit teken van de schrijvende vingers vertoond had, namelijk om hem zijne ondankbaarheid en zijn godlasterlijke kerkroverij indachtig te maken. 55. Dat is, grootvader, want Evilmerodach was Belsazars vader. 56. Of, zo men nu spreekt, heerlijkheid. 57. Of, heerlijkheid en sierlijkheid.